Nieuwsberichten van KernVisie
Laat hieronder uw e-mailadres achter om zo onze wekelijkse digitale nieuwsberichten in uw mailbox te ontvangen. Wilt u de nieuwsberichten niet langer ontvangen, dan kunt u zich onderaan elk nieuwsbericht afmelden
De kerncentrale in Borssele is vijftig jaar. Haar commerciële bedrijfsfase begon eind oktober 1973 na een bouwperiode van vier jaar. Borssele is een drukwaterreactor en had aanvankelijk een vermogen van 450 MWe. De leverancier was de firma Siemens. De investeringskosten bedroegen 300 miljoen gulden. In de eerste jaren waren de elektriciteitsopwekkingskosten iets meer dan twee guldencent per kWh. Ze was daarmee goedkoper dan alle andere typen elektriciteitscentrales. De goedkope stroom kwam ten goede aan aluminiumproducent Pechiney, die een fabriek in het Sloegebied had.
Het openblijven van de kerncentrale heeft enkele malen aan een zijden draadje gehangen.
Aan het begin van de jaren tachtig waren er grote demonstraties tegen de kernenergie in Borssele. Toentertijd verscheen ook het boek “Tussen kolen en kernenergie”. De auteur was ene Storm van Leeuwen. Dat boek bevatte een berekening, waaruit bleek, dat voor de bouw en het bedrijf van een kerncentrale meer energie nodig is, dan dat ze gedurende haar hele leven produceert. De verklaring voor de lage opwekkingskosten was, dat overheden de kernenergie enorm subsidieerden. Het boek trok veel aandacht. Dat was aanleiding voor de toenmalig minister Gijs van Aardenne van Economische Zaken (EZ) om een commissie in te stellen teneinde deze merkwaardige bewering te onderzoeken. Oud Unilevertopman tevens Delfts hoogleraar Wiro Beek was de voorzitter. De bevinding van de commissie was dat de bewering op drogredenen berustte en dat de economie van Borssele goed was.
Het eerste paarse kabinet, dat in 1994 aantrad, stond de privatisering van de elektriciteitssector voor. Deze regering besloot de kleine onrendabele kerncentrale in Dodewaard in 1997 te sluiten. Toen kwam ook op, dat voor Borssele een modernisering nodig was, die 470 miljoen gulden zou kosten. Die modernisering betrof nieuwe instrumentatie voor de verhoging van de veiligheid. Dat leidde tot de vraag of de investering in Borssele gelet op de beperkte bedrijfsduur nog wel rendabel zou zijn. De rekenmeesters van de Samenwerkende ElektriciteitsProductiebedrijven (SEP) en EZ deden de analyse, waarbij ze veronderstelden, dat in geval van sluiting een nieuwe STEG-eenheid nodig zou zijn. De berekening van de twee opties, gas en kernenergie, was gebaseerd op het disconteren van alle operationele kosten, vermeerderd met de investeringskosten, als ook op het disconteren van de op te wekken kWh’s. Het is de standaard methode, die ook het Internationaal Energie Agentschap (IEA) gebruikt ˚). De uitkomst was opzienbarend. Openhouden van Borssele was precies even duur als sluiten. Sluiten zou dus geen geld kosten. Op grond daarvan besloot toenmalig minister Hans Weijers van Economische Zaken de centrale voorlopig open te houden en de modificaties aan te doen brengen. De directeuren van SEP en de ambtenaren van EZ bespraken de mogelijke sluiting per eind 2003.
Een paar jaar voor de mogelijke sluitingsdatum eind 2003 kwam de vraag op wat SEP en EZ nu precies hadden besloten. Was er een besluit genomen de centrale te sluiten, waarbij EZ een schadeloosstelling van 70 miljoen gulden aan SEP zou betalen, of was besloten, dat SEP een besluit kon nemen over al dan niet sluiten en dat EZ in geval de centrale dicht zou gaan die 70 miljoen zou betalen. De mondelinge overeenkomst bleek onduidelijk te zijn, maar sluiting dreigde wel. De vergunninghouder, elektriciteitsbedrijf EPZ, wilde de centrale openhouden. EZ wilde vasthouden aan sluiten. Die situatie was aanleiding om een proces te beginnen. De rechtbank van ’s Hertogenbosch, die in dezen verantwoordelijk was, boog zich in 2001 en 2002 over de kwestie. Toen bleek, dat een rechtsgeldig besluit over die sluiting nooit was vastgelegd in een gespreksverslag en dat EZ zo’n besluit ook nooit schriftelijk bevestigde aan SEP. De rechtbank stelde EPZ en zijn personeel in het gelijk. De centrale kon voorlopig blijven draaien. De oude vergunning bleef geldig en daarin was geen sluitingsdatum vermeld. Politiek was dat onverteerbaar. Op grond daarvan verankerde EZ in een wet de sluiting per eind 2013. In het jaar 2006 kreeg de kerncentrale toestemming om haar vermogen te verhogen naar 485 MWe.
Toen rond 2010 de nieuwe sluitingsdatum naderde, was er een nieuw kabinet met een nieuw energiebeleid. Dat beleid beoogde de optie kernenergie open te houden. EZ keek nog een keer naar de kosten en die waren gunstig voor doorgaan. Op grond daarvan sloot de overheid met de aandeelhouders van Borssele een convenant, waarin de sluitingsdatum van eind 2033 is overeengekomen. Tevens besloot de overheid om de wet aan te passen en de nieuwe sluitingsdatum erin op te nemen. Een voorwaarde is, dat Borssele tot de 25% veiligste Westerse kerncentrales blijft behoren. Een onafhankelijke commissie van terzakekundigen beoordeelt dat elke vijf jaar.
Kerncentrales zijn heel robuuste machines. Dat maakt het mogelijk maatregelen te treffen om de levensduur te verlengen. De Amerikaanse vergunningverlener NRC ˚˚) gaf sommige Amerikaanse kerncentrales al toestemming om 80 jaar in bedrijf te blijven. De Nederlandse regering voert een beleid om de levensduur van Borssele ook te verlengen tot maximaal 80 jaar. Uiteraard wel na modernisering.
Het bestuur van de Stichting KernVisie feliciteert alle betrokkenen bij de kerncentrale met het gouden jubileum.
Meer informatie:
https://www.uitspraken.nl/uitspraak/rechtbank-s-hertogenbosch/civiel-recht/civiel-recht-overig/eerste-aanleg-meervoudig/ecli-nl-rbshe-2001-ad3659
https://www.uitspraken.nl/uitspraak/rechtbank-s-hertogenbosch/civiel-recht/civiel-recht-overig/eerste-aanleg-meervoudig/ecli-nl-rbshe-2002-ae7905
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2006-136-p29-SC76083.html
˚) LCOE: Levelised Cost of Electricity
˚˚) NRC: Nuclear Regulatory Commission