Nieuwsberichten van KernVisie
Laat hieronder uw e-mailadres achter om zo onze wekelijkse digitale nieuwsberichten in uw mailbox te ontvangen. Wilt u de nieuwsberichten niet langer ontvangen, dan kunt u zich onderaan elk nieuwsbericht afmelden
Canada bestudeerde de geschiktheid van de – na selectie – overgebleven twee locaties voor de eindberging van zijn uitgeputte splijtstofelementen. Uit de diepgravende studies blijkt, dat allebei de locaties geschikt zijn. In de loop van het jaar 2024 zal de Canadese organisatie voor radioactief afval ˚) een van de twee selecteren.
Het proces om een geschikte locatie voor de eindberging te vinden begon al in 2010. Een rondvraag leidde ertoe, dat 22 woongemeenschappen interesse toonden om de eindberging op hun grondgebied te krijgen. Eind 2019 waren er nog twee locaties overgebleven. Een bij de plaats Revell, in de buurt van het stadje Ignase in het noordwesten van de provincie Ontario en een bij de plaats South Bruce, die in het zuiden van Ontario ligt. Onlangs zijn de rapporten gepubliceerd, die overigens eind 2019 al gereed waren, waarin de beide locaties zijn beoordeeld op hun geschiktheid om de eindberging te huisvesten ˚˚). Die eindberging bestaat uit een gangenstelsel, dat tussen 650 en 800 meter onder het maaiveld is gesitueerd in een dikke, geologisch stabiele rotsformatie. In de ondergrondse gangen vindt de definitieve opslag van de verpakte en geconditioneerde uitgeputte splijtstofelementen plaats. De Canadese vergunningverlener heeft de periode tot 2033 nodig om de veiligheid te beoordelen en de benodigde vergunningen af te geven. Daarna gaat de bouw van start, zodat de faciliteit kort na 2040 in bedrijf kan komen.
Finland en Zweden besloten al eerder tot eindberging van uitgeputte splijtstofelementen in een diepe ondergrondse, geologisch stabiele rotsformatie.
Canada zet voor zijn elektriciteitsproductie alleen zwaarwaterreactoren in van het type CANDU. De splijtstofelementen van de CANDU-reactor zijn wezenlijk anders dan die van het meest gangbare reactortype, de lichtwaterreactor (LWR). Allereerst zijn ze slechts een halve meter lang en derhalve tien maal korter dan die van de LWR. Voorts bevatten ze natuurlijk uranium, tegenover laagverrijkt uranium bij de LWR. De opbrand, de hoeveelheid opgewekte energie per kilogram splijtstof, is daardoor vijf maal lager. Dat alles betekent dat per geproduceerde kWh het afvalvolume, de hoeveelheid op te bergen splijtstof, vijf maal groter is, maar dat dat afval per volume-eenheid wel minder radioactief is. De uitgeputte CANDU-splijtstofelementen zijn daardoor eenvoudiger te verpakken en te conditioneren dan de LWR-splijtstofelementen.
Canada heeft 19 CANDU-reactoren, die in totaal een vermogen hebben van 13,6 GWe en die bijna 13% van de opgewekte elektriciteit in het land produceren.
Meer informatie:
https://www.nwmo.ca/News/NWMO-Releases-Updated-Research-Reinforcing-Confidence-that-a-Deep-Geological-Repository-Can-Safely
https://www.nwmo.ca/Documents-and-reports
˚) Canadese organisatie voor radioactief afval: Nuclear Waste Management Organization (NWMO)
˚˚) De desbetreffende rapporten heten: 2023-Confidence in Safety Reports