Titel: | The rise of nuclear fear |
Auteur: | Spencer R. Weart |
Uitgever: | Harvard University Press |
Aantal blz: | 367 |
ISBN: | 978 06 7405 2338 |
Prijs: | € 21,99 |
Bestellen via: | www.amazon.com |
KernVisie nr: | oktober 2013, blz 15 |
Recensie:
Eind augustus 2013 was bij EenVandaag een item te zien over de Cannerberg, de heuvel bij Maastricht die decennia lang een geheim herbergde. In de berg bevond zich het NAVO-zenuwcentrum van waaruit in geval van een Russische aanval de geallieerden met atoomwapens konden reageren. Bijna was het volgens EenVandaag al eens in het recente verleden tot een nucleair treffen gekomen, zoals in 1962 toen de Amerikanen erachter kwamen dat de Russen op Cuba raketten hadden gestationeerd; slechts 150 kilometer van de VS. Het programma toonde beelden van kernproeven die iedereen kent: in de woestijnen van de VS of ergens op een atol in Polynesie. Heel veel mensen associëren nog steeds alles wat met kerntechniek te maken heeft met beelden uit die periode, of recenter met Tsjernobyl, Three Miles Island en Fukushima. Wat ook bij die beelden hoort zijn de gruwelbeelden die vaak zijn gebaseerd op Hollywood films met slachtoffers van radioactieve straling door fall-out. In zijn nieuwe boek The Rise of Nuclear Fear laat Spencer Weart zien hoe de relatie tussen kernwapens en kernenergie verbonden is met beelden van de eerste foto’s van Marie Curie tot Fukushima, van de belofte van een eindeloze energiebron tot het grootste gevaar denkbaar. In het begin van de twintigste eeuw verschenen artikelen waarin uranium de kracht werd toegeschreven om stoomschepen de wereldzeeën over te varen en steden eeuwig te verlichten. De medische wetenschap maakte een enorme sprong voorwaarts door met röntgenstralen de innerlijke mens te ‘bekijken’. Radioactief mondwater en huidcreme werden volop verkocht vanwege een onvermoede geneeskrachtige werking. Daarnaast verschenen ook de eerste films waarin radioactiviteit een rol speelt, zoals in The Phantom Empire waarin de hoofdpersoon door een ‘guided radium bomb’ om het leven komt maar weer wordt opgewekt in een ‘radiation reviving room’. In de film The Invisible Ray van Boris Karloff uit 1936 raakt de hoofdpersoon besmet waardoor hij oplicht in het duister en dodelijk is bij aanraken: “It’s all here. Power to heal. Power to destroy”. Ronald Reagan speelt de geheim agent die met een kernkanon vijandige vliegtuigen uit de lucht kan schieten. Veertig jaar later is hij de president van de VS die miljarden besteedt aan het Strategic Defense Initiative, beter bekend als het Amerikaanse ‘Star Wars-programma’. Weart schrijft over de positieve houding die er aanvankelijk is over kerntechniek tot het einde van de tweede wereldoorlog waarin de VS atoombommen op Hiroshima en Nagasaki gooit. De beelden hiervan lijken verankerd in het collectieve geheugen.
De angst voor kernwapens en fall-out hebben de milieubewegingen vanaf de jaren zestig een krachtige impuls gegeven en leidden uiteindelijk tot de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen voor onze energievoorziening. Het afzweren van kernenergie na Tsjernobyl heeft bijgedragen aan de honderdduizenden doden door luchtverontreiniging en het klimaatprobleem waar we ons nu mee geconfronteerd zien. Weart laat zien dat stralingsangst ook het vertrouwen van het publiek in wetenschap in zijn algemeenheid heeft ondermijnd. Hij schrijft dat enquêtes aantonen dat het aantal Amerikanen dat groot vertrouwen heeft in wetenschap afneemt van meer dan de helft in 1966 tot ongeveer een derde in 1973. Het wantrouwen neemt toe als gevolg van antinucleaire publicaties uit het midden van de jaren zeventig met excessen waarin tegenstanders van nucleair stellen dat de nucleaire industrie de mensen tot slaven maakt in een ‘empire of death’ die beduidend erger zal zijn dan Hitlers derde rijk. Het verschil tussen atoombommen en kerncentrales lijkt weggevallen. Elke reactor is een potentiele bom. Hollywood heeft de angst verder gekanaliseerd met films als The China Syndrom, The Day After, The Road en zelfs The Simpsons. The Rise of Nuclear Fear geeft niet alleen een heldere verklaring voor de paradox waarom we bang zijn voor nucleair maar gekozen hebben voor aantoonbaar schadelijk fossiel, het schetst een mooi tijdsbeeld aan de hand van talloze voorbeelden. Zijn schrijfstijl is helder en overtuigend en zijn boodschap reikt uiteindelijk over het nucleaire spectrum waardoor de lezer een les in algemene risicoperceptie krijgt. Weart is oud-directeur van het Center for History of Physics of the American Institute of Physics. The Rise of Nuclear Fear is de geupdate en verkorte uitgave (367 pagina’s) van zijn eerder verschenen Nuclear Fear, a history of images (522 pagina’s) uit 1989.