IPCC: Intergovernmental Panel on Climate Change, dat is ingesteld door VN
Zie het KernVisie nieuwsbericht met de titel: “Over IPCC, kernenergie en een revolutionair nieuw elektriciteitssysteem” van 11 april 2022 door op de titel te klikken.
Het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC), in het Nederlands is dat de Intergouvernementele Werkgroep voor Klimaatverandering, is een organisatie, die in 1988 vanuit de Verenigde Naties is ingesteld. Het doel van de organisatie is om het risico van klimaatverandering in kaart te brengen. De werkgroep bestaat uit honderden deskundigen. Ze zijn verbonden aan organisaties, die over de gehele wereld zijn verspreid, zoals universiteiten, onderzoekscentra, ondernemingen en milieuorganisaties. De werkgroepleden doen bij IPCC zelf geen onderzoek, maar beperken zich tot het evalueren van het onderzoek, dat is gepubliceerd in wetenschappelijke tijdschriften.
IPCC publiceerde begin april 2022 zijn zesde klimaatrapport over de wijze, waarop we een klimaatramp kunnen ontgaan. Het rapport is getiteld: ”Assessment Report 6 (AR6)” en bevat scenario’s en aanbevelingen over hoe een wereldwijde maximum temperatuurstijging van meer dan 1,5 Celsius nog is te voorkomen. Om dat doel te bereiken is in het jaar 2030 een reductie van de CO2-emissie nodig van 43% en moet in 2050 de netto emissie nul zijn.
Hoe zien de aanbevelingen van IPCC er uit vanuit het perspectief van de kernenergie?
Tot het jaar 2030 neemt de CO2-emissie als gevolg van kernenergie af met 1 - 1,5 miljard ton. Voor wind en zon is dat respectievelijk 4 – 5,5 en 4,5 – 7 miljard ton. Ter vergelijking: De wereldwijde uitstoot van broeikasgassen bedroeg 59 miljard ton CO2 equivalent in 2019. In het gunstigste geval is de reductie dus 24%. Dat is fors minder dan de doelstelling van 43%. De emissie stijgt nog steeds. Tussen 2000 en 2019 met 1,8% per jaar. Wel vindt de laatste tien jaar enige afvlakking plaats.
Opmerkelijk is, dat kernenergie in het persbericht helemaal niet expliciet is genoemd en in de samenvatting voor beleidsmakers slechts heel terloops voor komt. Wel is in die samenvatting vermeld, dat “in 2050 alle elektriciteit afkomstig is van energiebronnen, die geen of een lage CO2-emissie hebben, zoals duurzame bronnen of fossiele brandstoffen met CCS, in combinatie met een toegenomen elektrificatie van de elektriciteitsvraag”. CCS betekent CO2-afvang en ondergrondse opslag en is de afkorting van Carbon Capture and Storage. Om de doelstellingen te halen raadt IPCC aan om vergaand te elektrificeren en de opwekking te baseren op de duurzame bronnen zon, wind en waterkracht, alsook om elektriciteit grootschalig op te slaan. Dat betekent niet alleen opslag in batterijen en waterstof, maar ook de aanpassing van het elektriciteitsnet. Het oude domme net verzorgt de transmissie van basis–, midden– en pieklast. Het revolutionaire intelligente nieuwe net volgt de elektriciteitsvraag niet meer. Daarvoor in de plaats komen een betere systeemplanning, een sterkere infrastructuur, meer interconnectors, vraagsturing bij de elektriciteitsgebruiker, een industrie, die een flexibele vraag aan kan, een koppeling tussen productie en gebouwde omgeving, transport– en industriesectoren, evenals elektriciteitsopslag, die kan variëren van minuten tot seizoenen. Dat is inclusief de opslag in waterstof. Daarbij wijst IPCC er op, dat het cyclusrendement van elektriciteit naar waterstof en weer terug naar elektriciteit in 2030 gelijk zal zijn aan 50%.
De onderliggende hoofdstukken van het rapport gaan diep in op alle opties. Inclusief kernenergie. Vermeld is, dat kernenergie in het jaar 2019 voor 10% bijdroeg aan de CO2-loze elektriciteitsproductie. Voor waterkracht was dat 16%. Zon en wind waren tezamen goed voor 8%. In dat jaar vond 21% van de opwekking zonder CO2-emissie plaats.
Hoofdstuk 6 bevat een beschrijving van de stand van de techniek. Ook die van kernenergie. Dat betreft zowel de bestaande grote kerncentrales, als de toekomstige kleine modulaire. De SMR. De verwachting van IPCC is, dat de productiekosten van nieuw te bouwen grote kerncentrales weinig zullen dalen en ook dat toekomstige SMRs weinig goedkoper zullen produceren dan de grote. In de scenario’s is een daling van 5% van de opwekkingskosten in het jaar 2050 verondersteld. Voor zon is dat 52% en wind zit daar tussenin. Bijzonder is de bevinding, dat de productie van zonnestroom goed samengaat met die uit de kleine SMR ofwel de microkernreactor.
Meer informatie:
https://www.ipcc.ch/report/ar6/wg3/