{settings.product}

Rijksuniversiteit Groningen – Centre for Energy Economics Research (CEER)

Zie het KernVisie nieuwsbericht met de titel: “Universiteit Groningen constateert dat kernenergie loont naast duurzaam” van 25 april 2022 door op de titel te klikken.

Het Centre for Energy Economics Research (CEER) van de Rijksuniversiteit Groningen publiceerde in april 2022 het rapport, dat is getiteld: “Economic Value of Nuclear Power in Future Energy Systems – Required subsidy in various scenarios regarding future renewable generation and electricity demand”. In het rapport is onderzocht of kerncentrales geschikt zijn om in de elektriciteitsproductie te voorzien tijdens donkerluwte en in de periodes van weinig wind en zon. Thans vervullen vooral gascentrales die rol.

In een systeem voor elektriciteitsproductie met veel duurzame energie is de prijs van elektriciteit laag als het waait of als de zon schijnt. Vanaf een bepaald punt echter leiden meer windmolens en zonnepanelen niet tot een evenredig hogere duurzame energieproductie. Er vindt verzadiging plaats. Ook in geval van opslag van duurzaam opgewekte elektriciteit. Technisch is veel mogelijk. We zouden zoveel windmolens en zonnepanelen kunnen plaatsen in combinatie met waterstofopslagsystemen en elektrolyseapparatuur, dat we moeiteloos onze hele energievoorziening erop zouden kunnen baseren. Uiteraard spelen niet alleen technische aspecten een rol, maar ook economische. Het geschetste energiesysteem is onbetaalbaar, evenals de kostprijs van de energie, die het produceert.

Het rapport attendeert op de voor kernenergie gunstige omstandigheid, dat tijdens een periode van luwte de elektriciteitsprijs hoog is. Vanwege het beleid om de CO2-emissie van de elektriciteitsproductie op termijn tot nul te reduceren zullen de gascentrales moeten sluiten en komen kerncentrales in beeld. De bevinding in het rapport is, dat nieuwe kerncentrales in economisch opzicht veel aantrekkelijker zijn, dan de verregaande uitbreiding van zon en wind. Naarmate meer van deze duurzame energiebronnen de elektriciteitsproductie verzorgen, hebben ze een sterker kostendrukkend effect op de economische waarde van de stroom. Zonder zon en wind zou de gemiddelde vergoeding, die is gebaseerd op de inzet van gas en die nieuwe kerncentrales zouden kunnen krijgen, 4 eurocent per kWh bedragen. Bij een grootschalige inzet van zon en wind daalt die vergoeding naar 3,5 cent. Vanwege de groencertificaten zijn de eerste kiloWatturen van zon en wind gemiddeld 5 eurocent waard. Bij een grootschalige toepassing daalt dat naar 1 cent. Door kerncentrales in te zetten als aanvulling op de productie van zon en wind, is hun aantal effectieve draaiuren per jaar beperkt. Een maat voor dat aantal draaiuren is de belastingfactor, die is gedefinieerd als de procentuele verhouding van het aantal daadwerkelijk geproduceerde kilowatturen en het theoretisch maximum aantal van een elektriciteitscentrale gedurende een jaar. Zonder duurzame bronnen bedraagt de belastingfactor van een kerncentrale gewoonlijk 90%. Bij een groot aandeel duurzame energie daalt hij naar 60%.

In het rapport is de conclusie getrokken, dat voor het tot nul reduceren van de CO2-uitworp van de elektriciteitsproductie de inzet van kernenergie economisch veel aantrekkelijker is, dan een grootschalige uitbouw van zon en wind. Noch de stroomproductie van zonnecellen, noch die van kernenergie kunnen zonder subsidie als ze die van de gascentrales moeten gaan vervangen. De subsidie voor de atoomstroom is in alle scenario’s echter veel lager dan die voor de zonnestroom.

Het rapport is via het bovenstaande nieuwsbericht te vinden.

Nieuws
Europa ontwikkelt zijn eigen raketmotor op kernenergie, de RocketRoll
zaterdag 16 november 2024

Europa ontwikkelt zijn eigen raketmotor op kernenergie, de RocketRoll

Een gewone raketmotor is niet heel geschikt voor de aandrijving van ruimtevaartuigen in de interplanetaire ruimte, zoals...
Lees verder
Kamerleden van CDA en VVD willen kleine modulaire reactoren (SMRs) al voor 2035
maandag 11 november 2024

Kamerleden van CDA en VVD willen kleine modulaire reactoren (SMRs) al voor 2035

Nederland loopt achter met betrekking tot de bouw en inbedrijfstelling van de kleine modulaire reactor (SMR). De eerste ...
Lees verder